In het nieuwe curriculum staat digitale geletterdheid als een van de van de vakgebieden. Hieronder valt onder andere computational thinking. Het nadenken over het oplossen van een probleem met een computer is een belangrijke 21e-eeuwse vaardigheid. Maar hoe leer je dit aan kinderen op de basisschool?
Op verschillende scholen worden momenteel robots ingezet om kinderen te laten wennen aan robots in hun leven. Naast het leren programmeren kan de assisteren, fungeren als studieobject en de kinderen leren om problemen in kleine stapjes op te lossen, oftewel computational thinking.
Kleuters en computational thinking
Een mooi voorbeeld uit de praktijk komt van de basisschool het St Wulfram. Zij gebruiken NAO, een humanoïde robot in alle klassen. De kleuters laten de robot bijvoorbeeld een stukje lopen door de robot kaartjes te laten zien. Op deze kaartjes staan iconen die de camera van de robot registreert, waarna hij commando’s uitvoert.
Juf Tamara: ”Je merkt dat het voor de kleuters soms nog lastig te begrijpen is dat de robot doet wat hij doet omdat hij hem dat vertellen. Dat hij niet voor zichzelf denkt.”
Groep 5 en 6
In groep 5 en 6 is er voor de robot een quiz geprogrammeerd over de supermarkt. NAO stelt vragen en de leerlingen geven antwoord door ja of nee te zeggen. Dit wordt geregistreerd door de microfoon van de robot.
Halverwege de quiz reageerde NAO niet zoals bedoeld. Na de quiz legt meester Jan aan de klas uit wat er gebeurde. Hij toont het geprogrammeerde script op het smartboard en legt uit waar het mis ging.
Meester Jan: “Op deze manier leren de leerlingen niet alleen wat over het onderwerp van de quiz, maar ook hoe programmeren werkt en wat erbij komt kijken als je een robot iets wilt laten doen. Zo leren ze gaandeweg de concepten die horen bij computational thinking.”
Groep 8
Het programmeren van de robot gebeurt met de programmeertaal Blockly. Dit is een methode waarbij er op de laptop blokken bij elkaar gesleept worden, waar tekstcommando’s bij getypt worden. Ook kan er een blok toegevoegd worden waarbij de robot moet wachten op een respons voordat hij verder gaat.
Meester Wim: “Programmeren met Blockly gaat hel natuurlijk, ze pikken het snel op. En zo leren de leerlingen ook dat je sommige tekst voor de robot fonetisch moet invoeren, omdat de robot het anders verkeerd uitspreekt. Er komt nogal wat kijken bij het programmeren van zo’n robot!”
Bron: Kennisnet
Bron: Onderwijs van Morgen